Alledaagjes 15
aug 24, 2017
Recent onderzoek heeft aangetoond dat mannen op twee momenten niet gestoord willen worden. Namelijk tijdens sportwedstrijden en tijdens het zappen. En als ze willen praten, dan praten ze het liefst over sport, over het nieuws en over het werk.
Deze informatie brengt dan meteen wat problemen met zich mee. Want wanneer gaan wij vrouwen er het liefst eens voor zitten? Juist: als na het werk, de boel aan de kant is, de kinderen in bed liggen en we even lekker tijd hebben. Dat op de achtergrond de tv aanstaat met een groene grasmat dominant in beeld deert ons niet. Dat onze met de afstandsbediening vergroeide wederhelft van het ene naar het andere kanaal hopt, vinden we ook niet zo erg. Want als we een gesprek willen voeren hebben we alleen aandacht voor onze gesprekspartner. En onze favoriete onderwerpen: relaties (onze eigen maar nog veel liever de roddels over andere), kinderen (opscheppen over de eigen bloedjes en afgeven op andermans kroost) en mode. En dat zijn nu net de onderwerpen waar mannen het minst over te melden hebben. Over de mannelijke onderwerpen hebben wij vrouwen dan weer minder te melden. Aan sport hebben we stiekem een hekel, het werk laten we voor wat het is tot de volgende werkdag en het nieuws hebben we gezien en gelezen en daar hebben we dus niets meer aan toe te voegen.
Nu is het zo dat vrouwen een goed gesprek kunnen voeren terwijl ze tegelijkertijd hun nagels lakken. Of een patchwork-deken van 800 lapjes in elkaar flansen. Of TV kijken. Wij kunnen namelijk multitasken. Bij mannen is dat anders. Zij kunnen maar één ding tegelijk. Dus als zij voor de voetbalwedstrijd aan de buis gekluisterd zijn, dan kunnen ze ook alleen maar dat. Dat heeft waarschijnlijk een zeer lange geschiedenis. De man en zijn tv. In het Stenen Tijdperk gingen de mannelijke holbewoners op jacht en daarna staarden ze in het vuur. Nu gaan de mannen werken en daarna staren ze naar de tv.
En zeker tijdens de sportuitzending hoef je er niet op te rekenen dat je een zinnig antwoord krijgt. Verder dan “sssst” of ergere synoniemen die op hetzelfde neerkomen, kom je niet. Of je krijgt halverwege een verhaal een “jaja” of een “hmmmmm” op een ongepast moment waaruit blijkt dat ze helemaal niet geluisterd hebben (“Weet jij dat die aardige buurvrouw al minstens twee jaar een ander heeft?” “Jaja.”). Hetzelfde tafereel speelt zich af wanneer de man zapt. (“Schat, mijn moeder wil graag een weekje komen logeren, is dat voor jou akkoord?” “Hmmmmm.”)
Bij de communicatie met aanstaande pubers speelt een heel ander fenomeen. Wanneer zij hun oortjes in hebben staan hun oren “uit”. Ze luisteren naar hun favoriete en dus voor mij niet om aan te horen muziekrepertoire of gamen zich een slag in de rondte of allebei. En dan vraag je dus iets, één keer, twee keer, dan met stemverheffing voor de derde keer. Maar pas wanneer je het volume van een stadionspeaker hebt bereikt krijg je antwoord. (Mam! Wil je niet zo schreeuwen, je staat zo ongeveer naast me!”)
Nu bieden de resultaten van het communicatieonderzoek tussen mannen en vrouwen, nadat ik er even over heb nagedacht, natuurlijk ook perspectief. Het prijskaartje van een excessief dagje shoppen kan het beste even vermeld worden in de eerste helft van de Champions League. En de vakantiebestemming van volgend jaar tik je af tijdens een zap-sessie.
En mocht zich een situatie voordoen dat je toch van alle aanwezigen echt even de aandacht nodig hebt, dan gooi je gewoon even de WiFi eruit. Binnen tien seconden heb je gegarandeerd ieders volledige en exclusieve aandacht!