Alledaagjes 15
sep 15, 2016
Middelste is een prinses, maar wel eentje met voetbalschoenen aan. In navolging van haar broer, draaft ze twee keer per week over de velden van de plaatselijke voetbalclub. Niet omdat wij zo heel erg verzot zijn op voetbal. We zijn eerder gematigd. EK en WK en natuurlijk de competitiewedstrijden van onze bloedjes en dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Maar de voetbalclub ligt zo ongeveer in onze achtertuin dus dat is lekker handig.
Wat minder handig is zijn de aanvangstijdstippen van de wedstrijden van de jeugdcompetitie. Midden in de nacht moeten we er vaak in het weekend uit, om naar voetbalcomplexen te touren in dorpen en gehuchten, waar behalve de haan nog niemand wakker is. Lief gaat met Zoon, ik ben vaste fan van Middelste en Kleintje wordt meegesjouwd naar de wedstrijd die het laatste begint. Wanneer je dan eenmaal bent aangeland, heeft het ook wel iets, om met het Limburgse heuvelland als decor, de mist van de vroege ochtend te zien optrekken. Maar wel pas na twee sterke koppen koffie.
Zo vind ik mezelf terug langs de lijn ergens in de rimboe. Oma is bij ons en ook vroeg opgestaan om Middelste mee aan te moedigen. Ons team sjokt, na de wake-up call van de trainer, het veld op. Terwijl onze spelertjes een beetje makjes tegen de bal beginnen te trappen, komt er een rijtje kinderen aangemarcheerd. Met een scherpe hoek draaien ze ons veld op. Het is de tegenstander. Ernaast loopt een soort gorilla, die als een echte drilinstructeur de commando’s snauwt. Ik kijk samen met de andere ouders en grootouders van ons team vol verbazing toe. Op het veld aangekomen wordt op de maat van een aantal gebrulde commando’s in een rap tempo een strak ingestudeerde warming-up afgewerkt. Ons team staat ook vol verwondering te kijken naar de show die wordt opgevoerd. Na de laatste oefening brult de gorilla: “Posities, stelletje sodemieters!” De teamleden schieten naar hun afgesproken plek op het veld. Hij brult zo hard, dat ook ons team van pure schrik in positie staat. Zelfs wij toeschouwers hebben de neiging om in de houding te springen.
De scheids fluit, de wedstrijd begint. En wij kijken en luisteren met open monden naar de gorilla. Want die springt op en neer, maait met zijn armen en scheldt op zijn eigen team en op dat van ons dat de honden er geen brood van lusten. De kinderen uit zijn team zijn watjes, lamzakken, lamlendelingen, luiwammessen, klojo’s en dat zijn nog de aardige typeringen. De rest kan ik hier niet neerschrijven, ik heb zelfs nog een paar nieuwe woorden geleerd. Zijn stemvolume is dusdanig dat hij op het hele complex duidelijk hoorbaar is. Die van ons moeten worden afgemaakt, onder de zoden geschoffeld, ondersteboven geschopt en nog zo het een en ander ondergaan. Ze zullen in ieder geval na de wedstrijd niet in dezelfde staat als bij aankomst mee naar huis gaan, als het aan de gorilla ligt. Voor de scheidsrechter heeft hij ook een aantal woorden in petto die niet bepaald in de categorie koosnaampjes horen. Zijn team vecht alsof hun leven ervanaf hangt en waarschijnlijk is dat ook zo. Wanneer de scheidsrechter fluit voor de pauze staan ze voor met 6-1. En wij staan erbij en kijken erna. Oma informeert of dit de normale gang van zaken is.
Na de rust doet de gorilla er nog een schepje bovenop. Middelste komt aanstuiven om even een slok te drinken. “Mam, hoor je wat die mijnheer allemaal zegt, zijn allemaal woorden die wij niet mogen zeggen hè!”. Ik adviseer haar om die mijnheer maar zoveel mogelijk te negeren omdat hij vermoedelijk ergens uit een dierentuin ontsnapt is. Dat grapje gaat natuurlijk snel rond en terwijl de gorilla scheldend op-en-neer springt en met zijn armen maait, krijgt ons team vleugels. En bij ieder doelpunt dat ze maken lijkt het wel alsof de tegenstander verder in elkaar krimpt, terwijl de gorilla telkens een tint roder in zijn gezicht wordt. Bij de stand van 7-7 maken de scheldkanonnades plaats voor een oorverdovende stilte. Uiteindelijk is de gorilla paars en is het 7-8 voor ons. De tegenstandertjes schuifelen als geknakte bloempjes van het veld.
Terwijl wij nog verontwaardigd nasputteren over de gorilla en zijn manieren zie ik vanuit mijn ooghoek mijn bejaarde moeder op de gorilla afstappen. Vlak voordat hij in het kleedlokaal kan verdwijnen is ze bij hem en blokkeert hem de weg, voorzover dat mogelijk is met haar plots toch tengere figuurtje. Terwijl wij ons met ingehouden adem beginnen te organiseren leest ze hem ongegeneerd les. “Zo, jongeman. Nu moet jij eens even goed naar mij luisteren. Wat jij hier liet zien, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Dit is geen bekerwedstrijd in het betaald voetbal. Dit zijn kinderen van 9 jaar. De scheidsrechter staat hier als vrijwilliger. Onze trainer ook. En wij zijn allemaal heel vroeg opgestaan om die kinderen een leuke wedstrijd te bezorgen. En nou gedraag jij je zo! Foei!!! Schaam je!!!” Bij iedere zin prikt ze hem met haar wijsvinger in zijn borst. Ik ben een hartverzakking nabij. Terwijl wij allemaal achter haar gaan staan richt ik wat smeekbedes tot een aantal heiligen. Ik bid dat de gorilla is opgevoed en dat hij weet dat je geen kindjes met bril en geen oude omaatjes mag slaan. En net op het moment dat ik de moed dreig te verliezen worden mijn gebeden verhoord. De gorilla staart naar de punten van zijn voetbalschoenen en fluistert timide: “Sorry…mevrouw…”