Alledaagjes 15
jun 2, 2016
Kleintje speelt bij haar vriendinnetje dat om de hoek woont. Dat is een ideale afstand. Dan kun je namelijk eerst bij de ene moeder een koekje eten en er dan nog eentje bij de andere gaan snaaien. De dametjes zijn al een paar keer langsgekomen op hun strooptocht en ik heb de voordeur maar al halfopen gelaten. Gelukkig kan dat met onze voordeur. We kunnen volgens Middelste nog altijd een keer een paard in de gang zetten. Er wordt voor de derde keer binnen vijf minuten aan de bel gerammeld en om te voorkomen dat ik mijn strijkplank alweer in de steek moet laten roep ik maar alvast dat het lekkers op is. Maar het is de mijnheer van de pakjesdienst, die mij schaapachtig grijnzend aankijkt wanneer ik, na een te lange stilte, polshoogte ga nemen. Achter hem staan Kleintje en haar vriendin. “Wij hoeven niks lekkers, wij verkopen kunst!” is hun boodschap zodra de pakjesmijnheer weer het veld heeft geruimd. Ze hebben een paar gekleurde vellen genomen, deze dubbel gevouwen en daar de schaar ingezet. Er zijn lukraak wat figuurtjes uitgeknipt en als je dan het vel weer helemaal openvouwt, dan heb je echte kunst. En dat is goede merchandising.
De dametjes rekenen een vriendenprijsje voor mij, wanneer ik beleefd informeer naar de verkooptarieven van de aangeboden kunstwerken. “Doe maar honderd euro of zo of toch snoep of chips. Of van alles wat.” Ik doneer likkoekjes en twintig cent en kies een blauw knipselfrutsel uit de rieten mand waarmee de kunstwerken getransporteerd worden. Het salesteam gaat verder, aangevuld met Middelste. Twee manden met strijk later zijn ze terug. In de mand liggen een bekertje waarin ik in de gauwigheid toch het nodige kleingeld ontwaar, een paar zakjes chips, koekjes en snoepjes en aan de malende kaakjes te zien is een deel van de opbrengst al half achter de kiezen. Ze hebben zich niet alleen beperkt tot de moeder van het vriendinnetje en mij, maar hun afzetmarkt uitgebreid naar de rest van de straat.
Een beetje gegeneerd denk ik aan de buren. Volgens mij gaan we binnenkort als armlastig over de tong. Bij iedere liefdadigheidsactie verzinnen ze wel iets om onze argeloze buurtbewoners om hun kleine vingertje te winden en het geld uit de portemonnee en/of het snoep en/of de chips uit de kast te kloppen. En als er geen Serious Request, Vastenactie, Wereld Natuurfondsbeest of iets anders officieels is, dat financiële of andere ondersteuning behoeft, dan verzinnen ze wel iets anders en spekken ze gewoon hun eigen pot door langs de deuren te gaan. Gelukkig delen ze hun successtrategie: “maham, niet zo moeilijk doen, wij zijn gewoon nu al geld aan het verdienen, dan zijn we later lekker rijk en hoeven we niet te werken!” De mand wordt leeggehaald en de buit verdeeld. Middelste deelt mee en krijgt twintig cent en een zakje chips. Ze heeft alleen ervoor gezorgd dat de kunstkleutertjes niet beroofd werden en hier en daar, als ze te verlegen waren, het woord gevoerd. Protectie en verkoopondersteuning dus.
We zitten later aan het eten als de voordeurbel weer gaat. Lief opent de deur en is net druk doende om uit te leggen dat we al bekeerd zijn als onze jongste, nog met volle mond, even gratis advies komt verstrekken. “Jullie kunnen beter kunstkaarten gaan verkopen. Daar kun je echt veel geld en chips mee verdienen!”