Alledaagjes 15
sep 20, 2016
Kleintje wil bij hockey. Want al haar vriendinnen hockeyen. Dus zij moet ook. Wij proberen nog even of we haar niet naar de voetbal kunnen kletsen, omdat dat onze gezinsagenda iets minder belast. Ook vinden we dat ze beter met een voetbal in botsing kan komen dan met een hockeystick of -bal. Maar omdat ze nogal klein en wat fijntjes is, gaan we overstag. Bij voetbal is er een reëel risico dat ze onder de grasmat geschoffeld wordt. En om te voorkomen dat ze haar voortanden op een onnatuurlijke manier kwijtraakt moet ze bij hockey een bitje in haar mond.
Dus op naar de sportzaak. Het is seizoensbegin en de mijnheer herkent mij. Ik ben deze maand waarschijnlijk een steunpilaar van zijn omzet. Twee voetballende kinderen die in de zomervakantie overal uitgegroeid zijn en dan nu een hockeyoutfit met toebehoren. Met een brede glimlach word ik van harte welkom geheten.
Na een uurtje staan we buiten. Outfit, twee paar sokken, een als flamingo gepimpte hockeystick (“tot aan de navel en nee, mevrouw, die kan niet een beetje op de groei gekocht worden…”), een bal (“om thuis te oefenen”) en een bitje.
Het bitje zit in een deftig doosje en Kleintje loopt er parmantig mee naar huis, alsof het om een sieradendoosje gaat. Thuisgekomen gaat het doosje open en staren we beiden naar het doorzichtige kleinood. Het lijkt een beetje op het fluorgebitje dat ik vroeger bij de tandarts kreeg. Ze past het even in haar mondje, maar het bitje steekt een flink eind uit. Wanneer ik het een beetje verder duw, kokhalst ze. En dat met maatje junior. Zo gaat het hem dus niet worden besluit ik en neem de schaar. Centimeter eraf aan beide achterkanten en klaar is Kees. Nu zit het bitje beter.
Je ziet, wanneer ze het weer in heeft, dat mensen van de apen afstammen. Ze lijkt een beetje op een baby-gorilla. Maar ik zag ook het Olympisch damesteam onlangs met bitjes spelen, dus dit is een serieuze aangelegenheid. Een compleet gebit is belangrijker dan looks.
Op naar de training. Met zeker dertig Benjamins buitelen ze over het veld. Met de bitjes in. Kleintje kwijlt nog meer dan de Boxer van onze vroegere buren. Dus om de haverklap doet ze haar bitje uit en dan meteen weer in op gezag van de trainer. Wat niet meehelpt is dat ze pas beide melkvoortanden aan de tandenfee heeft meegegeven. En daarmee ook alle houvast van het bitje. Ze probeert twee keer tevergeefs om het onding bij mij te dumpen. Uiteindelijk gaat het goed en zie ik haar niet meer prutsen. Maar wanneer ik haar na afloop van de training wil complimenteren blijkt dat de bitproblemen zijn opgelost doordat ze het bitje in haar sok heeft gestopt.
Wanneer ik net een klaagzang begin aan te heffen tegen de andere ouders langs de lijn komt de baby-gorilla uit de mouw. Of ik niet wist dat ik het bitje eerst in kokend water moest leggen en het dan in de mond gevormd kon worden naar de tanden. Nee, geen idee…
Dus water koken, bitje erin en dan gaat de voordeurbel. Nadat ik eerst kleingeld heb gezocht en vervolgens gedoneerd aan de collectebus die onder mijn neus wordt gehouden keer ik terug richting fornuis. Het bitje is veranderd in een verschrompeld rubberen balletje. Wanneer ik ’s avonds bij het stofzuigen de gebruiksaanwijzing onder de stoel vind, blijkt dat het bitje maar seconden in het kokende water mocht…
Sommige dingen moet je twee keer doen. We hebben nu een passend en ingekort bitje. Wanneer onze Maartje Paumen in de dop langscrosst lacht ze haar blauwe draculatandjes bloot. En zo weten we zeker dat ze ook na de hockey nog met haar mond vol tanden staat.